Het stalseizoen

 

Ik ben van mening dat een paard buiten hoort. In een groep, met soortgenoten, dag en nacht, zomer en winter. Dat hij zijn eten bij elkaar moet kunnen scharrelen en de kans moet krijgen om een dikke wintervacht aan te maken. Natuurlijk is dit voor een jong, gezond paard een prachtige manier van leven, maar hier heb ik niet te maken met jonge, gezonde paarden. 

Zolang de paarden het leuk vinden in de wei, er gezond en gelukkig uit zien, mogen ze buiten blijven. Voor een deel van de paarden is dat, afhankelijk van het weer, tot ver in het najaar.

In de natte, gure, Hollandse wintermaanden staan alle paarden 's nachts op stal. De boxen zijn 3x3 meter, sommige wat groter en sommige wat kleiner. De tussenwanden zijn van tralies, dus de paarden kunnen contact hebben met elkaar. Daarom let ik er goed op dat het klikt met het buurpaard. Dan blijft het gezellig op stal.

We zitten hier op kleigrond, dus de wei kan in de winter niet gebruikt worden. Wel heb ik 3 zandpaddocks waar alle paarden elke dag een aantal uren in kunnen spelen. 

De paarden wandelen dan wat rond, rollen lekker in het zand, zoeken een maatje om elkaars rug te krabben en trekken zelfs af en toe een sprintje. Ook bied ik zo nu en dan wat speelgoed aan waar sommige paarden nog plezier mee maken. En daarna genieten ze weer intens van het eten, het warme strobed en de rust op stal. 

Elk paard heeft hetzelfde dagritme. Dat is fijn voorspelbaar en geeft hen veel rust. Ik heb gemerkt dat oudere paarden steeds meer moeite krijgen met veranderingen en onrust en veel waarde hechten aan een vast ritme en voorspelbaarheid.

Ook kan ik hen op stal een aangepaste verzorging geven; een slobbertje, een medicijn of een voedingssupplement. Vooral in de gure maanden is die extra zorg nodig. In de zomer, met gras in hun buik en de zon op hun rug gaat het allemaal een stuk makkelijker.