Het weideseizoen
In de lente- en zomermaanden zijn de paarden vrijwel altijd buiten. Zolang het weer het toelaat en de paarden het leuk vinden zijn ze 24/7 in de wei te vinden.
De wei is ingezaaid met een grasmengsel dat speciaal geschikt is voor paarden. Het gras is sterker, wortelt dieper en geeft door de samenstelling minder kans op hoefbevangenheid.
Zodra het gras op raakt wordt in de wei onbeperkt hooi aangeboden. Er is altijd genoeg te eten, voor iedereen.
Langs de wei staat een rij bomen die in de zomer het grootste deel van de dag voor schaduw zorgt.
In de wei zijn automatische drinkbakjes aanwezig, maar bij erg warm weer gun ik de paarden het genot van grote slokken koel water en vul ik een paar extra kuipen voor hen. Ook is er altijd een liksteen aanwezig.
Er zijn 2 groepen: een groep van ongeveer 15 paarden met een redelijke gezondheid en een gebit waar ze nog goed hooi mee kunnen eten en een klein groepje van ongeveer 5 paarden die door verschillende (ouderdoms)kwalen meer zorg nodig hebben. In allebei de groepen staan merries en ruinen bij elkaar.